Langdurig gebruik van fopspenen verhoogt de kans op het ontstaan van scheefstand van tanden en kiezen en een afwijkende groei van de tandbogen en het gehemelte. Daarnaast kan speenzuigen een afwijkende tongpositie bij het slikken en articuleren bij kinderen veroorzaken.
De beroepsvereniging van logopedisten N.V.L.F. zegt: "Als een kind van 1 jaar nog speent, kijkt een logopedist kritisch naar het gebruik van de fopspeen. Het actief afleren van spenen kan al in de periode dat een kind uit een beker of glas gaat drinken. Rond 9 maanden kun je er al mee beginnen, omdat de zuigbehoefte afneemt. Een fopspeen is dan niet meer nodig. "Als het kind behoefte houdt aan een fopspeen, adviseren wij een matig gebruik, bijvoorbeeld tijdens het slapen gaan", zegt Marije Greven van de NVLF.
Martine van Gemert Schriks, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde: "Wanneer het gebruik van de fopspeen voor het tweede levensjaar wordt afgeleerd, herstellen problemen als scheefstand en een afwijkende groei van de tandbogen en het gehemelte zich vaak binnen zes maanden. De meeste kinderen stoppen vanzelf met spenen tussen hun tweede en vierde jaar".
De overgang van zuigbehoefte naar gewoonte ligt zo rond de 12 maanden. Het is verstandig om te stoppen met de speen voordat het een gewoonte is geworden.